vrijdag 22 februari 2008

Dunedin - Invercargill

Als we zondag 17 febr. op de fiets stappen om Dunedin te verlaten waait het nog steeds erg hard. We nemen achteraf gezien een verkeerde route. De gekozen weg leidt nl. naar een gigasteile heuvel, dus dat werd merendeels de fiets tegen de heuvel opduwen. Niet zo slim van ons, een uurtje zweten. Het bleef gelukkig bij deze ene heuvel. De weg leidt langs de kust, erg mooi maar we kunnen er niet echt van genieten omdat we worstelen tegen de wind en soms moeite hebben om niet van de weg te waaien. We besluiten dan ook, na 20 km., om in Brighton een cabin op de camping te nemen want doorfietsen is gekkenwerk. In de krant lezen we dat de storm van gisteren de ergste was sinds 2000 en dat ook in de loop van vandaag de wind alleen maar zal aantrekken. 's Middags strandwandeling gemaakt, onze benen worden gezandstraald maar het is hier wel mooi. We brengen de rest van de dag door met het lezen van de dikke zondagskrant en TV kijken. In Brighton valt niets te beleven, we zijn blij dat er een kleine camping met winkeltje is.

Maandag 18 febr. fietsen we verder zuidwaarts de oostkust af. De weg golft op en neer en we kijken de eerste 20 km uit op een bulderende zee met hoge golven. Het waait nog steeds erg hard, wind tegen, maar we worden niet meer heen en weer geslingerd over de weg. In Taieri Mouth maken we de fout de scenic route te volgen i.p.v. de kustweg. De scenic route leidt dwars over een heuvelrug terug naar de drukke hoofdweg. Dat is op zich nog niet zo erg maar deze weg gaat de eerste 5 km wel erg steil omhoog. Dat wordt dus weer een uurtje duwen met af en toe een stukje fietsen, weer een zwaar uurtje dus. Op de hoofdweg worden we nog vergast op een wegopbreking en moeten we stofhappen over een smalle strook opgebroken weg waar de auto's ons amper kunnen passeren. Dat wordt dus een leuke file achter ons. In Milton aangekomen zetten we een punt achter deze fietsdag, we zijn het zat om tegen de wind in te fietsen en hopen dat de voorspellingen morgen uitkomen (minder wind).

Dinsdag 19 febr. fietsen we de eerste 20 km nog langs de drukke doorgaande weg die erg heuvelachtig is, veel kleine steile klimmetjes. Het landschap is inmiddels aardig groen geworden, veel koeien en schapen en ook veel akkerbouw. Na Balclutha wordt de scenic route zoals we verwacht hadden. Bijna geen verkeer en een mooi lieflijk landschap. We weten dat deze route door het uiterste zuiden van het zuidereiland ons de nodige zweetdruppeltjes zullen gaan kosten, in ons fietsrouteboekje wemelt het de komende dagen van de dikke pijltjs. Maar dat hebben we er graag voor over. Op de top van Tunnel Hill maken we een korte wandeling naar en door een oude spoorwegtunnel. In 1881 is deze tunnel aangelegd voor de verbinding tussen Balclutha en Owaka voor het transport van hout, inmiddels is deze spoorlijn niet meer in gebruik. In Owaka is er kampeermogelijkheid bij de jeugdherberg. De jeugdherberg is een oud en groot gebouw, de gangen doen een beetje ziekenhuisachtig aan. Maar er zijn mooie serres waar je kunt zitten en hier staan heerlijke banken en alles doet heel gezellig aan. Het is een gigacomplex, als er 10 gasten zijn is het veel. 's Avonds lekker op de bank gehangen, boekje gelezen. Alle radiatoren in dit gebouw zijn loeiheet terwijl het notabene zomer is.

Woensdag 20 febr. wordt een sightseeing fietsdagje van wel 35 km. Tegen elven zitten we op de fiets, het is een stralende dag vandaag. Na 10 km besluiten we van de route af te wijken door een onverharde weg in te slaan die naar een waterval 8 km verderop leidt. We willen na deze waterval de weg verder afrijden die dan weer terug komt op de hoofdroute, we hopen zo in ieder geval een beklimming te omzeilen. De waterval schijnt erg populair te zijn want er rijden de nodige auto's en zelfs een bus op dit landweggetje. Boven op de berg komt Rene aan de praat met een boer (zoals gewoonlijk moet Rene weer eens op mij wachten). Op zijn boerderij zijn ze schapen aan het scheren en we mogen daar wel een kijkje nemen. Dat aanbod accepteren we natuurlijk graag. In een grote schuur hanteren 4 mannen het scheerapparaat en 4 personen zijn verantwoordelijk voor het sorteren van de wol en de wol in grote balen stoppen. Ongelooflijk hoe snel een schaap geschoren is. Er wordt in hoog tempo gewerkt en dat moet ook wel want er staat nog een hele horde schapen en lammeren te wachten. Even verderop komen we dan bij de parkeerplaats van de waterval aan. Vanaf hier is het 10 min. lopen door een bos naar de waterval. Na bezichtiging van de waterval fietsen we de onverharde weg verder af en komen na een paar kilometer weer op de doorgaande weg. We hebben inderdaad een beklimming omzeild en het was een leuk stukje fietsen. Na een mooie afdaling gaat de weg weer geleideljk omhoog. Na enige kilometers komen we bij de Matal watervallen. Wederom een wandeling van 10 min. door een bos. Hier treffen we een deense fietser waar we een tijdlang mee aan de praat raken, d.w.z. hij praat vnl., in moeizaam engels, over zijn problemen met Air New Zealand. Zijn bagage is nl. zoekgeraakt en is nog nog steeds niet boven water. In Papatowai sluiten we deze fietsdag af en zetten ons tentje op. Morgen fietsen we hopenlijk wat meer kilometers, de laatste paar dagen zijn we niet veel opgeschoten.

Donderdag 21 febr. is het bij het opstaan behoorlijk fris. Dit is de laatste dagen steeds zo, je kunt merken dat we later in het seizoen komen. Gelukkig komt de zon er door en als we tegen elven op ons fietsje stappen is het weer een stralende en warme dag. Onze tocht gaat vandaag door een bosrijk gebied, we horen dan ook veel vogels alleen zien we ze niet. Ook vandaag is er weer veel te zien onderweg. In het begin gaat de route nog langs de kust. We moeten aardig klimmen en dat geeft weer mooie uitzichten op zee. Bij Lake Wilkie maken we een wandeling langs het meertje, informatieborden vertellen de geschiedenis van het meer dat steeds kleiner wordt omdat het meer wordt "opgeslokt" door de omliggende bossen. Onze volgende stop is bij de McLean Falls. We letten echter niet goed op en parkeren onze fietsen op een grote parkeerplaats bij een cafe. Blijkt achteraf (dit zien we pas als we weer wegfietsen) dat we nog 3 km hadden moeten doorfietsen. Deze watervallen hebben we dan ook niet gezien want na een kwartiertje lopen vonden we het wel goed en zijn we teruggegaan om een kop koffie te drinken in het cafe. Na 35 km verlaten we de heuvelachtige hoofdroute en slaan een weg in die naar de kust leidt. We willen op de camping in Curio Bay overnachten maar eerst passeren we nog een waterval met de mooie naam Niagara Falls. Deze naamgeving blijkt een grapje te zijn van de ontdekker van deze waterval, aldus een toelichting op een bordje bij de waterval en dit stelt dus ook niets voor. De camping in Curio Bay is heel mooi gelegen aan de kust maar de faciliteiten zijn waardeloos. Gelukkig blijven we hier maar 1 nachtje. Aan het begin van de avond lopen we naar de rostkust waar in de schemering pinquins aan land komen. En inderdaad, we zien een yellow eyed pinguin, een met uitsterven bedreigde soort, aarzelend aan land komen. De pinguin maakt uitgebreid toilet en waggelt de rotsen over en verdwijnt in het struikgewas. Tegen achten gaan we koken in de gigakleine keuken, een kleine ronde silo waar je je kont amper kunt keren, doorsnee silo ca. 3 m. In de keuken staat een zielig kookplaatje, wat natuurlijk bezet is. We pakken dus ons brandertje maar weer eens onder uit de tas, dit is wel de 2e keer sinds we in Nieuw Zeeland zijn dat we het brandertje gebruiken. Het is wel gezellig zo behelpen in een kleine ruimte. We drinken nog een kop koffie op een bankje met uitzicht op zee en een opkomende volle maan. Dat is weer eens wat anders dan een ondergaande zon. We zijn nog net op tijd om in de schemer bij een wasbakje op het onverlichte toilet onze tanden te poetsen.

Vrijdag 22 febr. beklimmen we na het ontbijt eerst een rots om het uitzicht te bewonderen en hopenlijk een blik op te vangen van de zeldzame Hector dolfijn (zijn er nog 7000 van), Deze dolfijnen zwemmen regelmatig met opkomend tij in de baai rond. Helaas zijn we te vroeg en aangezien ons een lange dagetappe staat te wachten stappen we maar op de fiets. Als het goed is krijgen we aan de westkust ook nog de kans om deze dolfijnen te zien. De eerste 15 km leidt over gravelweg. We besluiten de afslag naar Slope Point (het zuidelijkste puntje van het zuidereiland), over te slaan. We hebben nl. geen zin om nog 8 km extra heen en terug onverhard te fietsen. Wel maken we nog een wandeling door een stukje oerbos. Vroeger bestond dit hele gebied uit bos maar begin 1900 is al dit bos gekapt t.b.v de houtwinning en de landbouw. We hebben zowaar 2 leuke koffiestops vandaag. De eerste is bij een art gallery, we mogen achterin de mooie privetuin zitten op een knus bankje met uitzicht op schapen en de zee. En de volgende koffiestop is in een mooi aangelegd vijver/parkcomplexje. Dit was vroeger een kolenmijn (open mijnbouw). Toen de mijn gesloten werd en de pompen afgekoppeld werden liep dit afgegraven gebied onder water. In 2004 hebben de huidige eigenaren dit stuk verwaarloosde grond aangekocht en er een mooie tuin van gemaakt. Het park ook rondgewandeld natuurlijk, achtervolgd door vele waggelende eenden. Na dik 90 km bereiken we eindelijk de camping in Invercargill.

1 opmerking:

Anoniem zei

Toen ik in Dunedin was, vlak bij die Albatrossen kolonie, kon je ook naar de yellowed eyes pinguins kijken. Heb toen meer dan een uur boven op de duinen in een vogelhut in regen en koude wind gestaan om uiteindelijk 1 yellowed eye pinguin te zien. Hij kwam uit de zee, liep het strand op, keek rond, liep nog een stukje en ging toen weer weg. Volgens mij was het dezelfde die julie gezien hebben....Groetjes, Ronald